
De missende wielmoer
Het is zaterdagmiddag, zonnig en de jongens zijn buiten aan het spelen. Terwijl ik een oogje in het zeil houdt, ben ik in de schuur wat aan het rommelen. Op zoek naar een klusje welke ik ondertussen kan doen. Ik verplaatst het fietsje, van mijn jongste zoon van vier, en merk dat de voorband zacht is. Dit is vreemd, aangezien hij afgelopen week nog opgepompt is.

Ik besluit om het wiel eruit te halen en het te controleren op de werkbank, dan hoef ik niet de hele tijd te bukken. De eerste moer zit stevig vast en er is enige kracht nodig om hem los te krijgen. Wanneer ik zover ben om de andere kant lost te maken valt het gereedschap bijna uit mijn handen. Op de plek waar je een moer verwacht, is alleen het stuk as zichtbaar. De beelden flitsen door mijn hoofd van video’s waarbij mensen hun voorwiel verliezen tijdens het fietsen. Hopelijk is de moer pas losgegaan. Mijn oudste zoon van zes, is even komen kijken en ik vertel wat er aan de hand is. Hij vindt het eigenlijk wel grappig, “Hé dan kan hij op één wiel fietsen, of eigenlijk drie want hij heeft nog zijwieltjes achter.” Om die opmerking kan ik wel even lachen, maar toch ben ik blij dat de andere moer stevig vast heeft gezeten.
Ik laat het mysterie van de vermiste moer even voor wat het is en ga aan de slag met de band. De binnenband haal ik eruit en controleer deze op lekken. Zelfs wanneer ik de band onder water houd is er geen bubbel te zien van een lek. Vreemd, maar als er geen lek is, dan is er ook niets plakken. Een beetje geïrriteerd stop ik de band terug en pomp hem op.

Terwijl ik op zoek ga naar een passende moer, pakken de jongens het losse wiel om er mee te spelen. Ik zoek alle bakjes door en kom erachter dat er alleen te kleine exemplaren zijn. Na een half uurtje zijn de jongens uit gestuiterd en gedraaid met het wiel en krijg ik het terug. De oudste vraagt of hij mee mag helpen met het terugzetten. Ik antwoord, “Ik kon geen juiste maat moer vinden in de bakjes, dus ik haal van de week er wel één in de winkel. Hij kijkt mij aan en zegt "ik geloof dat ik nog een moer op mijn kamer heb liggen". Hij draait zich om en loopt naar binnen. Enkele minuten later is hij terug, "Alsjeblieft papa” en houd iets omhoog. Ik kijk ernaar, mijn mond valt wagenwijd open. Daar is de moer, precies dezelfde als de andere moer die nog op de werkbank ligt. Ik vraag, "hoe kom je hieraan?" Hij vertelt dat hij die heeft gevonden in de poort, achter ons huis. Ik herinner me dat ik de moer vaak was tegen gekomen op zijn slaapkamer tijdens het opruimen, hij ligt al een paar weken in zijn vensterbank. Hij pakt het wiel en probeert de moer op de as te draaien, "Kijk, hij past ook nog". Ik geef hem een aai over zijn hoofd, "Yep, precies zoals de andere moer". Samen zetten we het wiel weer in de voorvork en draaien het stevig vast. Er kan weer veilig gefietst worden. De rest van de middag blijven twee gedachten strijden wat nou het meest bijzondere was; Dat er weken gefietst is met slechts één moer of het naar huis nemen van de moer door de oudste.
Spreuk van de week
Als je een positieve instelling hebt, zul je kansen zien in plaats van obstakels.